voor de foto's van Peru klik hier
Peru 19 Juli 05
7 Aug 05 (verslag 20)
Met de bus gaan we van Copacabana (Bolivie) naar
Puno (Peru). Puno is een stadje langs het meer van Titicaca, en vanwaaruit
er elke dag boten vertrekken om de drijvende eilanden te bezoeken, of
een van de ´vaste` eilanden. Lake Titicaca dus, maar deze keer
langs de Peruaanse kant. Maar eerst wacht ons nog een andere taak
Sophie, mijn kleine zus en een vriendin, Caroline vergezellen ons voor
de volgende drie weken. Samen zullen we Peru doorkruisen. Met de Belgische
vlag verwelkomen we ze aan de luchthaven van Juliaca. Even later rijden
we met zn vieren in een minibusje terug naar Puno. We moeten vaak
omrijden omdat er op de weg overal stenen liggen ten gevolge van hevige
stakingen. Ik besef het niet dat Sophietje langs mij zit, na al die
maanden
. Wat is het zalig om nieuws en verhalen van het thuisfront
te horen !
Na een nachtje van rust volgt de 1ste uitstap.
Naar de drijvende eilanden van het Titicacameer, de zgn. ´Uros`
eilanden. Met een klein bootje (30 passagiers) varen we van het ene
naar het andere eilandje. Telkens warm verwelkomd door de bewoners,
die natuurlijk vanalles proberen te verkopen. De gemiddelde leeftijd
van deze mensen is 55 jaar, en de mannen worden hier ouder dan de vrouwen.
Waarom? Tja, de vrouwen werken hier heel hard. Zij doen praktisch al
het werk, terwijl de mannen toekijken en op hun rietje zitten te knabbelen
in de zon. De kledij die ze dragen is de typische klederdracht van deze
eilandbewoners. Met veel kleuren en dik geweven stoffen. Heel mooi,
vooral om fotos te maken! Na nog een boottochtje van 2 uur bereiken
we het eiland ´Taquile`. Het is hier dat we de nacht zullen doorbrengen.
Maar geen gewone nacht in een hotel, nee, deze keer bij de bewoners
zelf. Met vier worden we toegewezen bij de familie van Olga, een 16
jarig meisje. Het huisje waar ze woont met haar familie is heel primitief,
en dus zo ook onze kamer. Die van Caroline en Sophie telt gelukkig 2
grote bedden. Want de onze riekt zóóó fel naar
het schaap dat we vriendelijk vragen of we niet 1 bed in
hun kamer mogen inpalmen
Zo gezegd, zo gedaan. Met vier slapen
we in 1 kamer, waar we ook te eten krijgen van ons gastgezin. Het is
een goed gezouten groentensoepje met nadien drie verschillende soorten
aardappelen, en een eikoek. Een soort van pannekoek met puur ei en kaas
Enfin, gelukkig had Vincent grote honger! Die namiddag wandelen we nog
tot de top van het eiland, waar we een mooi uitzicht hebben van het
eiland in het meer. Na een pintje op onze kamer, dezelfde groentensoep
en aardappelen is de avond kort, en de nacht zo lang
Caroline
en Sophie proberen stukken ´pizza-Hawai` in hun dromen te vangen
De volgende dag stoppen we bij een 2de eiland,
waar we een wandeling maken. En ook hier kennis maken met de typische
klederdracht en hoedendracht van deze mensen. De drie en half uur durende
terugvaart is lang, vooral omdat de boot heel traag is. Maar dromen
blijken toch geen bedrog te zijn, want de ´pizza-Hawai` heeft
hen gesmaakt!
De volgende morgen nemen we de bus naar Arequipa.
Een mooie oude koloniale stad. Hier maken we een uitstap van 2 dagen
naar de Colca Valley. Een lange rit over hoge bergentoppen
tot 4900 m hoog brengt ons tot het dorpje Chivay, waar we de nacht doorbrengen.
De conders die we dag 2 te zien krijgen zijn echt wel spectaculair.
Ze kunnen tot 14 kg wegen, met een vleugelbreedte van 3m. Ze zweven
als het ware voorbij. De Canyon waar ze leven is de 2de hoogste (na
de Grand Canyon in Amerika). Met een verschil van 3400m in hoogte. Men
vindt ze alleen op deze plaats omdat ze hier ongestoord kunnen leven.
Ondertussen worden onze volgende bestemmingen
gepland. Met als grote topper de Macchu Pichu. Maar om dit
te kunnen bezoeken moet eerst de trein voor de Machu Picchu geregeld
worden. Dit doen we via een zogezegd officieel bureau van
Perurail (de privee maatschappij die uitbater is van deze treinen) in
Arequipa. Hier kunnen we het boeken. We vertrouwen Roberto
de reisagent van Perurail, en veronderstellen dat alles in orde zal
zijn als we de 3e augustus, binnen een goeie week dus, de trein voor
de Macchu Pichu zullen nemen.
Maar eerst reizen we verder richting het noorden
naar Pisco, gekend om zijn drankje
de Pisco, (voor meer uitleg
hierover consulteer Sophie!!). Pisco, ook bekend om zijn national reservaat
met flamingos, alleen jammer dat we er niet zo veel zien. De meesten
zitten waarschijnlijk nog in Bolivia of San Pedro (Chili).
Van Pisco reizen we door naar een oase in de
buurt van Ica, Huacachina. Het is echt zoals in de films van ´Indiana
Jones`: een oase midden in de woestijn. We hebben geluk met het weer,
en maken dan ook een uitstap in een zandbuggy. Met als ultieme
activiteit het ´sandboarden`. Sophie en Vincent worden gebeten
door de microbe. Hoewel het 2 fervente skiers zijn, amuseren ze zich
als echte sandboarders Alleen de typische snow/sand-boardkledij
ontbreekt hen nog!
Volgende bestemming is Nazca. Hier vliegen we
over de beroemde Nazca lines met een klein sportvliegtuigje
voor 5 personen plus piloot. Die vraagt of we het zien zitten een looping
te maken
Maar na 5 minuten voelen we (de 3 meisjes) ons zo slecht
dat we hem hiervoor bedanken. Enfin, wat ons wel is bijgebleven, is
dat de lijnen echt wel heel duidelijk te zien zijn vanuit de lucht.
De hond, de aap, de condor, de astronaut
. Allemaal passeren ze
de revue!
Met een lokale nachtbus reizen we
door tot Cuzco, waar het grote mysterie en avontuur van de Machu Picchu
op ons wachten. Avontuur omdat het een heel geregel is geweest met heel
oneerlijke Peruanen in verband met de ticketten voor de trein. Oorspronkelijk
hadden we in Arequipa geboekt voor de zogenaamde Vistadome
trein (want volgens Roberto waren er geen goedkopere backpackers
tickets meer). Maar wat bleek eens hier in Cusco
Inderdaad, 4
backpackers tickets lagen op ons te wachten. Voor de prijs van Vistadometickets
welteverstaan. Hier konden we absoluut niet om lachen! Via de agent
van Roberto in Cusco, hebben we uiteindelijk nog wat geld
terug gekregen, maar niet het hele bedrag natuurlijk. Enfin, de Machu
Picchu was wel de moeite. Vermits we de nacht in Aguas Calientes (het
eindstation van de trein voor de Machu Picchu) doorbrachten konden we
de volgende morgen als eersten bus nemen naar de Machu Picchu, die van
5u30. En het is wel waar, het heeft iets mytisch, maar vooral rustgevend
de zon op deze plaats zien en voelen opkomen.
Na enkele uren rondgedwaald te hebben op de site,
nemen we de trein terug naar Ollantaytambo, en vandaar de bus terug
naar Cusco, waar we na een heel lange dag moe, maar gelukkig in een
diepe slaap vallen.
De stad Cusco zelf is ook een mooie bezienswaardigheid.
Eén minpunt natuurlijk
heeeeel heeeel toeristisch. De Peruanen
probeerden ons steeds meer te doen betalen. In 90 % van de gevallen
klopten onze rekeningen (op restaurants, in de winkels,
) niet.
En niet in ons voordeel natuurlijk. Steeds verkeerd geteld, of vroegen
ze meer dan de standaardprijzen. Maar ja, wij hebben ons niet laten
doen! Proberen doen ze altijd, maar erin slagen
(bij ons toch)
zelden!
Voila, dat was het voor Peru.
Morgen vertrekken Vincent en ik naar Equador,
terwijl de meisjes terug vliegen naar Belgie.
Peru is een mooi land, dat jammer genoeg stilletjes
aan kapot wordt gemaakt door de Peruanen die continu toeristen proberen
af te zetten. Elke toerist klaagt! Wij hadden er genoeg van na drie
weken, en hopen dat de mensen in Equador eerlijker zullen zijn
Groeten aan iedereen, en tot binnenkort!
Vincent en Marie